Stateless en ontheemd

Statenloos en ontheemd

Het kleine verhaal

De afgelopen dagen hebben we op Netflix naar ‘Stateless’ gekeken. Een korte serie over detentiekampen voor vluchtelingen in het Australie van vóór 2002. Ramperdepam, wat een tiefeszooi, zou Jules Deelder zeggen. Ik kreeg plaatsvervangende schaamte bij de drama’s die zich in die serie voltrokken. Naar waar gebeurde geschiedenis gemaakt! Je wilt het niet geloven.

Toen de gemoederen wat afgekoeld waren, ik keek er met mijn vrouw naar, keken we terug op een knappe serie. Niet alleen vanwege het spel van de acteurs, maar ook door de gelaagdheid die in het verhaal zit.

Enerzijds is er het kleine verhaal van de individuele vluchtelingen. Je kunt vluchten om verschillende redenen. Bijvoorbeeld van huis weg omdat je jezelf daar gevangen voelt. Maar waarheen, de cultuur waarin je opgevoed bent is overal. Zwerven en dakloos worden is een optie. De behoefte om een vrij mens te worden zit diep en niet alleen bij jonge mensen. Sektes en andersoortige psychopaten maken daar handig gebruik. Zo ook in deze serie. Hoeveel daklozen zijn er niet in Nederland? Onder jongeren tussen 18 en 30 jaar zeker een 12.500 (Bron CBS). Meer dan er in een kerk kunnen.

Naast deze culturele nomaden zijn er de vluchtelingen. Vluchteling om wat voor reden dan ook en dikwijls ongewenst en dus illegaal. In Nederland hebben we AZC’s en uitzettingscentra. In Australie heten het detentiecentra, gevangenissen voor mensen die geen misdaad begaan hebben. Sinds ISIS zijn we daar wat strenger op gaan toezien, er zal maar een strijder tussen zitten, dat is voer voor ons Witte Kuifje. Er zijn wereldwijd 70 miljoen vluchtelingen waarvan de helft kinderen. Dat is niet te bevatten, althans voor mij niet. Daarom haal ik zo vaak Bruno Latour aan.

Elke vluchteling heeft zijn of haar eigen verhaal. Dat zien we in de serie met Ameed en zijn dochter. Zijn vrouw en kleine dochter zijn tijdens de overtocht verdronken toen de boot omsloeg. In het detentiekamp komen al die verhalen bij elkaar.

Beleid dat botst

Waar veel mensen langere tijd bij elkaar komen ontstaat de behoefte aan organisatie. Dat gebeurt dan ook aan twee kanten, de vluchtelingen enerzijds en de bewakers en immigratiedienst anderzijds. Culturen die botsen, belangen die botsen, wanhoop die zich uitschreeuwt, orde die gehandhaafd moet worden. Dat wordt een groter verhaal, het verhaal van het beleid, de directeuren die gek worden van de media en demonstranten. Ook de bewakers en de directeuren hebben hun kleine verhaal.

Geweten, mededogen, geloof, loyaliteit, je salaris, alles is in conflict met elkaar. De kleine verhalen moeten zich weten te verhouden tot het beleid, ook bij de vluchtelingen. Waar de een radicaliseert, rebelleert, kiest de ander om mee te werken uit lijfsbehoud. Of vertrekt naar een droomwereld.

De beide directeuren worden niet alleen gek van hun vluchtelingen. Ze worden op hun huid gezeten door hun ministerie dat beleid moet uitvoeren dat door de politiek is vastgesteld. De realiteit van de detentie staat dikwijls op gespannen voet met de realiteit van de politiek. Die gaat over geopolitieke verhoudingen en verkiezingen. En vooral om economie, steeds meer een economie voor de rijken. Voor de gewone burger een ver van mijn bed show die langzamerhand wel steeds meer irritatie oproept. Heette het niet: “Niet bij brood alleen…….”?

De rol van de politieke verhoudingen en dito beslissingen is het nationale verhaal. Dat leidde in 2002 tot een ander vluchtelingenbeleid in Australië, menselijker, met betere procedures. Maar ook met minder pottenkijkers. De detentiecentra werden mettertijd gesloten maar in 2019 werd er weer een geopend. Het is nog steeds een mis-plaats. Lees bijvoorbeeld dit op One World of google dit eens.

Wat moeten we met die vluchtelingenstroom? Denk maar niet dat die zal afnemen de komende 100 jaar. Bruno Latour is scherp in zijn analyse hoe de verschillende crisissen wereldwijd samenhangen.

Daar heb ik vorig artikel (Wat als het klimaat verandert) al over geschreven. Dat is het alomvattende verhaal.

Verhalen in verhalen

Na het zien van de serie had ik een felle polemiek met mijn vrouw. Wanhopig en boos riep ze: “ik wil wat doen! Desnoods zo’n meisje in huis nemen.” Ik zie me al met mijn 73 jaar en haar frêle gezondheid zo’n puber in huis hebben. No way, na een dag kleinkinderen zijn we al kapot! Zo gaat dat bij ons al 40 jaar.

We benoemden al die verhalen in verhalen in verhalen. Verhalen die niet horizontaal naast elkaar staan als incidenten, maar het kleinste verhaal wordt overstegen en maakt dan deel uit van het grotere verhaal dat ook weer overstegen wordt, enzovoort tot voorbij het kosmische verhaal.

Natuurlijk moeten we oog hebben voor de kleine verhalen. Die zijn dichtbij en invoelbaar. Daar maken de goede doelen dan ook gretig gebruik van. Ik moet denken aan een gesprek dat Boeddha had met een monnik over lijden en de oorzaak van lijden. “Moet ik dan eerst de oorzaak weten voordat ik iets doe?” vroeg de monnik. “Wat denk jezelf,” antwoordde Boeddha “Als er een man op de grond ligt met een pijl in zijn borst waar het bloed uit gutst, wat doe je dan? Ga je die man eerst vragen van wie die pijl kwam? Of van hoever er geschoten werd en waarom? Of ga je naast hem zitten, verwijder je de pijl en stelp je het bloed?”

Noodhulp moet er zijn maar is niet voldoende. Dat weten de goede doelen ook wel. Helaas communiceren ze weinig over hun visie over de grotere verhalen uit angst dat ze dan lokaal niets meer kunnen doen. Dat lijkt mij terecht.

Zelf kunnen we natuurlijk ook iets doen. Dan bedoel ik niet persé je handen uit de mouwen steken of verloren kinderen in huis nemen, al zou dat mooi zijn. Wat ik bedoel is dat we ons die verhalen en de gelaagdheid ervan eigen kunnen maken. Dat we verder leren kijken dan onze neus lang is. Grote kans dat je dan eenzelfde reactie krijgt als mijn vrouw: “Dat te weten verlamt me! Hoe kan ik daar nu iets aan doen.”

Jezelf bij de les houden

In mijn boeddhistische training heb ik iets geleerd wat mij daarbij helpt. Eigenlijk twee dingen waarover ik heb leren mediteren. Het ene is: “waar voed ik de mindstream mee? Welke gedachten en emoties voeg ik toe aan wat er al is, die als het ware met een grote ruimtewind door het universum waaien en zich verbinden tot nieuwe gedachten, nieuwe inzichten, nieuwe ontwikkelingen?” Ik hoef die vraag niet te beantwoorden. Wel kan ik de stroom gedachten en emoties leren waarnemen. Het gaat dan meer om de stroom dan om de inhoud ervan. Waarnemen is hier meer een gevoel voor de aanwezigheid van die stroom ontwikkelen dan een visueel plaatje produceren.

Daarnaast kun je mediteren op bijvoorbeeld het woord vluchteling. Niet erover nadenken, maar het beschouwen en je reacties erop beschouwen, zonder er ook maar een sikkepit aan te veranderen. Het is wat het is, het komt en het gaat. Als je dat een paar weken doet, een pauze houdt en dan weer een paar weken, dan opent zich gegarandeerd een wereld voor je, andere perspectieven dienen zich aan. Mijn leraar Sogyal noemt dat Diep Mediteren. Daar kom ik nog een keer op terug.

Wat je ermee doet, dat is helemaal en alleen jouw zaak. Het is jouw inzicht, niet als eigendom, niet als iets om trots op te zijn, het is gewoon, het is jouw inzicht. Het is wat jij toevoegt, niet als een plicht of moeten, maar gewoon omdat jij jij bent en niemand anders jou kan zijn.

Tot zover. Mijn tijd zit erop. Tot morgen, Inshallah.

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dharma Notes

Inspiraties voor meditaties

Geef je op voor mijn Dharma Notes